DE SYMTOMEN VAN HET BOVENLIJNSYNDROOM
Laat het lichaam van jouw paard ook verschillende van deze kenmerken zien?
Laat het lichaam van jouw paard ook verschillende van deze kenmerken zien?
|
- hier en daar een plukje manen dat de andere kant op ligt kan wijze op spanning in de onderliggende spieren en/of fascies
- spanning achter de schedel en zwelling rond tweede halswervel - weinig halsbespiering (boven en midden) - sterke ontwikkeling van de onderhalsspier |
|
- deukje voor de schoft
- spieratrofie achter de schoft - borstbeen naar uitsteekt - strakke spieren rond en voor schouderblad |
|
- korte, holle, strakke bovenlijn
- lange, slappe onderlijn |
|
- opbolling thv lendenen
- scheefstand van het bekken (hunters bump) - strakke, duidelijk afgetekende broekspieren - weinig bespiering bovenkant en zijkant (quadriceps) achterhand |
|
- algemeen arme bespiering
- kan niet vierkant staan - geen correcte beenstand - duidelijk strak afgelijnde spier(groepen) - asymmetrische bespiering links/rechts |
Dan heeft jou paard waarschijnlijk last van het bovenlijnsyndroom.
BOVENLIJNSYNDROOM. WAT IS DAT
Het bovenlijnsyndroom is een verzamelnaam voor een hoop symptomen die voorkomen bij rugklachten. Rugklachten komen bij 80% van de paarden voor. Maar zijn heel complex. Wanneer paarden ergens last hebben zullen ze dat niet meteen uiten. Paarden zijn prooidieren en pijn uiten is je zwak opstellen en kan je dood betekenen. Daarom zullen ze eerst compenseren door een andere houding aan te nemen of door op een andere manier te gaan bewegen. Als dat niet meer helpt zal het paard niet meer willen lopen, in verzet komen of kreupel worden.
HOE ONTSTAAT HET
De bovenlijn van het paard wordt gevormd door de strekkende, dorsale keten (groene lijn). Deze bestaat uit de spieren boven de ruggengraat en achter de heup.
De onderlijn wordt gevormd door de buigende, ventrale keten (rode lijn). Deze spieren liggen onder de ruggengraat, voor de heup en de buispieren horen daar ook bij.
Als deze beide spierketens goed samenwerken en in evenwicht zijn, geven ze voldoende steun en stabiliteit aan de wervelkolom. Bij rijpaarden loopt het daar vaak mis. Als de ruiter op het paard zit, zakt de rug door, kantelt het bekken kantelt naar voren en het hoofd gaat omhoog. De bovenlijn wordt hol en dus te strak. Tegelijkertijd wordt te onderlijn te lang en dus te slap.
Bij het bovenlijnsyndroom ontstaat er een disbalans tussen de boven- en onderlijn. Hierdoor ontstaat er spanning en uiteindelijk pijn. Als spieren continue te strak zijn is de doorbloeding niet meer optimaal en is een goede spierontwikkeling niet meer mogelijk.
HOE GA JE ERMEE AAN DE SLAG
Veel paarden hebben last van rugpijn maar hoe ga hier nu mee aan de slag?
Naast behandelingen om de paarden te helpen met het loslaten van spanningen en blokkades is een correcte training essentieel. Laat je daarvoor bijstaan door een behandelaar die goed aangeschreven is of die je aanbevolen wordt door tevreden klanten.
In de training is het essentieel om een correcte houding te vinden en een gezond bewegingspatroon te ontwikkelen.
De hoofd-hals houding is het echter het resultaat van de balans en niet omgekeerd!
Een paard met (te) weinig balans compenseert met spierkracht. Dat uit zich in een strak lichaam en korte passen.
Een paard met (voldoende) balans moet niet meer compenseren voor zijn disbalans. Het paard kan ontspannen en er ontstaan ruimere bewegingen.
Het paard moet dus een correcte werkhouding leren aannemen en een gezond bewegingspatroon ontwikkelen. Door het paard in balans te brengen, leert hij zijn gewicht te verdelen over zijn 4 benen. Hij ontwikkelt rompstabiliteit en hoeft niet langer te compenseren met spierkracht. Hij kan ontspannen en zijn kracht en energie gebruiken om ruimer te bewegen.
VOOR & NA
BOVENLIJNSYNDROOM. WAT IS DAT
Het bovenlijnsyndroom is een verzamelnaam voor een hoop symptomen die voorkomen bij rugklachten. Rugklachten komen bij 80% van de paarden voor. Maar zijn heel complex. Wanneer paarden ergens last hebben zullen ze dat niet meteen uiten. Paarden zijn prooidieren en pijn uiten is je zwak opstellen en kan je dood betekenen. Daarom zullen ze eerst compenseren door een andere houding aan te nemen of door op een andere manier te gaan bewegen. Als dat niet meer helpt zal het paard niet meer willen lopen, in verzet komen of kreupel worden.
HOE ONTSTAAT HET
De bovenlijn van het paard wordt gevormd door de strekkende, dorsale keten (groene lijn). Deze bestaat uit de spieren boven de ruggengraat en achter de heup.
De onderlijn wordt gevormd door de buigende, ventrale keten (rode lijn). Deze spieren liggen onder de ruggengraat, voor de heup en de buispieren horen daar ook bij.
Als deze beide spierketens goed samenwerken en in evenwicht zijn, geven ze voldoende steun en stabiliteit aan de wervelkolom. Bij rijpaarden loopt het daar vaak mis. Als de ruiter op het paard zit, zakt de rug door, kantelt het bekken kantelt naar voren en het hoofd gaat omhoog. De bovenlijn wordt hol en dus te strak. Tegelijkertijd wordt te onderlijn te lang en dus te slap.
Bij het bovenlijnsyndroom ontstaat er een disbalans tussen de boven- en onderlijn. Hierdoor ontstaat er spanning en uiteindelijk pijn. Als spieren continue te strak zijn is de doorbloeding niet meer optimaal en is een goede spierontwikkeling niet meer mogelijk.
HOE GA JE ERMEE AAN DE SLAG
Veel paarden hebben last van rugpijn maar hoe ga hier nu mee aan de slag?
Naast behandelingen om de paarden te helpen met het loslaten van spanningen en blokkades is een correcte training essentieel. Laat je daarvoor bijstaan door een behandelaar die goed aangeschreven is of die je aanbevolen wordt door tevreden klanten.
In de training is het essentieel om een correcte houding te vinden en een gezond bewegingspatroon te ontwikkelen.
De hoofd-hals houding is het echter het resultaat van de balans en niet omgekeerd!
Een paard met (te) weinig balans compenseert met spierkracht. Dat uit zich in een strak lichaam en korte passen.
Een paard met (voldoende) balans moet niet meer compenseren voor zijn disbalans. Het paard kan ontspannen en er ontstaan ruimere bewegingen.
Het paard moet dus een correcte werkhouding leren aannemen en een gezond bewegingspatroon ontwikkelen. Door het paard in balans te brengen, leert hij zijn gewicht te verdelen over zijn 4 benen. Hij ontwikkelt rompstabiliteit en hoeft niet langer te compenseren met spierkracht. Hij kan ontspannen en zijn kracht en energie gebruiken om ruimer te bewegen.
VOOR & NA
|
